Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen

 

Artikel 20
1
Zolang de verplaatsing van de zetel van een rechtspersoon overeenkomstig deze rijkswet nog niet in werking is getreden, kan zij, zelfs indien daarvoor reeds toestemming was verleend, worden ingetrokken door het bestuur van de rechtspersoon, door een daartoe door het bestuur bij notariële akte in de Nederlandse taal aangewezen persoon of door degene die de verplaatsing van de zetel tot stand heeft gebracht. Indien het betreft een naamloze vennootschap, kan de intrekking of de aanwijzing van een tot intrekking bevoegde persoon ook geschieden door de algemene vergadering. Artikel 1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. Door de intrekking vervallen alle overeenkomstig deze rijkswet gedane benoemingen en in de akte van oprichting of in de statuten en reglementen aangebrachte andere veranderingen.
2
Eveneens kan, zolang de verplaatsing van de zetel van een rechtspersoon overeenkomstig deze rijkswet nog niet in werking is getreden, door de in het vorige lid genoemde personen en organen een nadere wijziging worden aangebracht met betrekking tot benoemingen en andere veranderingen, als bedoeld in de laatste zin van het vorige lid, onder handhaving van de zetelverplaatsing zelf. De nadere wijziging van de andere veranderingen in de akte van oprichting of in de statuten en reglementen behoeft toestemming of bekrachtiging op dezelfde wijze als in deze rijkswet is voorgeschreven ten aanzien van de zetelverplaatsing en de tegelijk daarmede aangebrachte andere veranderingen.
3
De intrekking en de nadere wijziging, vermeld in de vorige leden, geschieden op straffe van nietigheid bij notariële akte. De akte wordt verleden in de Nederlandse taal.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •